De man die deed alsof hij de meester was

Bram Moerland

Bij het bereiken van de tienjarige leeftijd  overviel mij een grote verzamelwoede. Daar ben ik ondertussen wel van genezen, maar toen was het echt ernstig.
Het hoogtepunt van mijn verzamelingen was een schrift met verkeersborden.
Ik was daaraan begonnen nadat ik van mijn vader een kleine zakagenda had gekregen. Achter in die agenda waren een aantal kleurige tekeningen afgebeeld. Het ware verkeersborden. Door die tekeningen was ik meteen buitengewoon gefascineerd. Dat er zoiets kon bestaan!  Urenlang kon ik daar naar kijken, en ik besloot een grondig onderzoek in te stellen.
Ik kocht een nieuw schrift en noteerde daarin alle in het dorp voorkomende verkeersborden. Ik rangschikte ze, telde ze en maakte soms een tekening van een kruispunt waar zo'n bord voorkwam.
Soms als ik weer een verkeersbord had ontdekt liep ik daar een honderd meter van vandaan, heel achteloos, net alsof ik niet wist dat het bord er was. en dan liep ik terug, me daarbij voorstellend dat ik in een auto reed, of iets anders wat van pas kwam, en dan onderzocht ik hoe het was om zo’n bord te naderen en het dan plotseling te zien. Eerst heb je daar nog helemaal geen weet van en dan ineens… is dat bord daar.
Het leek wel alsof de straat van kleur verschoot op het moment dat je dat bord zag. Een straat waar je eerst zomaar in kon rijden, waarin je bij wijze van spreken hartelijk welkom was, daar mocht je ineens niet meer in. Als je het bord niet zag terwijl het er wel stond bleef die straat gewoon aardig. Pas als je het bord zag en je wist wat het betekende was die straat ineens niet leuk meer, dan werd je er een beetje bang van. Hoe kon zo’n straat ineens zo van kleur veranderen, alleen maar omdat je iets wist?

Zoals een postzegel waardevol is als er maar weinig van voorkomen, zo was het voor mij ook met verkeersborden. Er stond in de agenda van mijn  vader maar één driehoekig verkeersbord afgebeeld met de punt naar beneden. Alle andere driehoekige verkeersborden hadden hun punt naar boven. en van dat ene bord met z’n punt omlaag stond er in het dorp maar één exemplaar. Het stond niet eens in het dorp, maar een paar kilometer daar vandaan, bij een uitrit van een boerderij. Dat vond ik dus een heel waardevolle ontdekking. De pagina in het schrift waarin ik die ontdekking had genoteerd, had ik daarom zo mooi als ik maar kon versierd.

Het toeval wilde dat wij kort daarna op school voor het eerst verkeersles kregen. Dat was iets nieuws, en de meester maakte duidelijk dat er iets heel belangrijks ging gebeuren. Hij haalde uit een kast achter in de klas een groot pak, en zei dat daarin iets zat wat soms een kwestie van dood of leven kon betekenen! In het pak zaten kartonnen verkeersborden op ongeveer de helft van de ware grootte.
De meester schilderde in felle taferelen de onmetelijke domheid van sommige lieden die met deze nieuwerwetsigheden niets van doen wilden hebben, en wat hen daardoor allemaal kon overkomen.  Ik was het geheel met hem eens. Hier werd ons de beschaving getoond, en hij, onze meester, was daarvan de bezielde verkondiger. De klas luisterde als altijd ademloos.
Onze meester was een man met een absoluut, onbetwistbaar gezag. Hij kon ook prachtig vertellen. Ik vereerde hem mateloos. en ook nu, toen hij die verkeersborden één voor één op de rand van het bord zette, voelde ik mij geheel met hem verbonden.
Maar daarbij maakte hij een fout, merkte ik tot mijn schrik. Dat ene driehoekige bord dat met z’n punt omlaag moest staan, en dat het hoogtepunt vormde van mijn verzameling, zette hij met de punt omhoog! En met de bedoeling hem voor een ernstige vergissing te behoeden, riep ik uit: ‘Meester, dat bord staat verkeerd’.

De meester verstijfde midden in een beweging,. Er viel een doodse stilte. Iedereen begreep dat hier iets ernstigs was gebeurd. Ongewild en onbedoeld had ik de ban doorbroken die de meester over de klas geweven had.
Wat er toen gebeurde speelt zich in mijn herinnering af als een langzaam afgedraaide film. De meester greep een lang liniaal, liep op me af en gaf me met dat liniaal een harde klap in mijn gezicht. Hij schreeuwde me toe hoe ik durfde te denken dat ik het beter wist dan hij. Hij greep me vast en slingerde me in een hoek van het klaslokaal.
Terwijl ik daar zo stond, met mijn rug naar de klas, hoorde ik hem in een boek bladeren. Achteraf besefte ik dat hij toen ontdekt moet hebben dat ik met dat bord gelijk had. Even was het volkomen stil. Toen steeg er achter mij een soort dierlijk gebrul op. Ik hoorde de meester naar me toe rennen. Hij draaide me om en stond op het punt me opnieuw het een en ander toe te schreeuwen…
Op dat moment keken wij elkaar in de ogen. Gedurende misschien maar een paar seconden vond er tussen ons een krachtmeting plaats in een andere werkelijkheid dan die van schoolmeester en leerling. In dat kortdurende ogenblik verloor ik alle respect voor hem. En hij wist dat.
Daarna schopte hij me de klas door, deed de deur open en smeet me de gang op. Buiten ging ik spelen in de zandbak. en ik herinner me nog heel duidelijk het gevoel wat me toen overviel: verwondering. Ik huilde niet, ik voelde geen pijn, ik was niet geschokt, ik was alleen… verwonderd.
Thuis heb ik nooit iets over dit voorval verteld. Ik wist domweg niet hoe ik moest uitleggen wat er gebeurd was. Wat echt gebeurd was, wat echt belangrijk was had plaatsgevonden gedurende die enkele seconden dat we elkaar in de ogen keken. Dat was helemaal niet iets ergs. Het was meer een ontdekking. Het had op een geheimzinnige manier met waarheid te maken, maar ik had geen woorden om dat uit te leggen, of om het zelf te begrijpen.

De andere dag, toen ik weer het klaslokaal binnenkwam, bleef ik plotseling geschokt staan. Achter de lessenaar stond een andere meester. Weliswaar droeg hij dezelfde kleren als de man van gisteren, en dezelfde bril en ook zijn stem en zijn gezicht waren precies hetzelfde, maar toch was hij iemand anders. Hij scheen ook geen weet te hebben van wat er gisteren gebeurd was, want hij groette me hartelijk. Daar stond iemand die maar deed alsof, een toneelspeler die speelde dat hij de meester was.

Copyright Bram Moerland

Andere korte verhalen van Bram Moerland vind je hier.