De man die zijn haar anders liet knippen

Bram Moerland

Ik heb het roer omgegooid.  Ik ben een nieuw mens geworden.  Dat gebeurde om precies te zijn op zaterdagmiddag, even na twee uur. Ik keek in de spiegel en zei tegen mijzelf: ‘Wat een rare vent, moet je dat haar van hem zien.’
Ik besloot terstond naar de kapper te gaan.
De kapperszaak waar ik tot dan toe gewoontegetrouw heen ging, was gesloten. Ik begreep meteen dat dat klopte. Die periode in mijn leven was voorbij. Met deze dichte deur was een fase in mijn leven afgesloten.
Er was nog een andere kapper in dezelfde straat. Daar was ik altijd achteloos aan voorbijgegaan. Waarom? Ik weet het niet. Maar nu besloot ik onverwijld deze mij nog onbekende zaak binnen te stappen.
Toen ik aan de beurt was zei ik:
‘Zet de schaar er maar eens flink in. Het moet allemaal anders.’

Mijn lichaam danste door de straat nadat ik de kapper had verlaten, hoewel het voor anderen misschien moet hebben geleken alsof ik gewoon liep.
Ik pakte even later een sleutel uit mijn broekzak en ging een huis binnen.
‘Wil je nog even aardappelen gaan kopen?’ riep een vrouwenstem  terwijl ik nog in de gang stond.
Een gelukzalig gevoel van welkom straalde door mijn lijf. Er was in dit huis op mijn komst gerekend. Ik werd verwacht.
‘Hoe zou ze eruit zien’, vroeg ik me af, terwijl de groenteboer de aardappelen in een plastic zakje deed.
‘Wat zie je er uit’, zei ze even later, om me heen draaiend, en mijn nieuwe hoofdtooi bekijkend. Daardoor kon ik haar ook goed bekijken, en het beviel me zeer, moet ik zeggen.
Het huis zag er gezellig uit. Veel boeken die me interesseerden, maar waarvan ik er veel toch al wel gelezen had, ontdekte ik. Er was in dit huis ook een kamer voor mijzelf. Met een computer en nog meer boeken. Twee keer de verzamelde werken van Plato. Maar ook stripboeken van Asterix en Lucky Luke. Dat vond ik een rare combinatie, maar toch ook heel leuk. Zoiets getuigt van een brede belangstelling, knikte ik instemmend tegen mijzelf. Diezelfde avond begon ik nog aan Asterix. Die had ik ook al gelezen, maar die stripboeken blijven boeien.

Wat er gebeurde bij het slapen gaan, laat ik hier onbesproken. Een mens heeft tenslotte ook z’n privacy. Maar u mag wel weten dat er een tandenborstel voor me klaar stond, en scheergerei voor de andere morgen. Ook overigens bleef die avond geen wens onvervuld. Meer hoeft u niet te weten.

Ik werd de ochtend daarop gewekt met een kopje thee. O nee, dacht ik meteen, niet weer thee. Ruim veertig jaar,  alle driehonderdvijfenzestig dagen van elk dezer veertig jaren,  krijg ik ’s ochtends een kopje thee bij het opstaan. Dat maakt samen ruim tienduizend koppen thee, vele badkuipen vol.  Ik kreeg een heftige aandrang die thee met een dramatisch gebaar ergens overheen te gieten. Hetzij over  het kussen, mijn nieuwe kapsel, of desnoods over haar  hoofd.
Maar dat deed ik niet. Ik zei, zoals gisteren, en eergisteren en nog tienduizend keer daarvoor,  en ook nu weer op een toon alsof dit het allereerste kopje thee was dat mij ooit geschonken werd:
‘O, wat fijn zo’n kopje thee op de vroege ochtend, wat lief van je.’
Terwijl ze tevreden  toekeek,  dronk ik het kopje langzaam op, aandachtig proevend , genietende geluidjes makend. Ik gaf haar het lege kopje terug met een goedkeurend knikje, waarbij ik mijn ogen even liefdevol dichtkneep, en ik zei met warme stem:
‘Dank je wel  schat, dat was werkelijk heerlijk’.
Ik was weer thuis.


Copyright Bram Moerland

Andere korte verhalen van Bram Moerland vind je hier.